Giorgia Meloni wordt premier van Italië, na het winnen van de algemene verkiezingen met de laagste opkomst van de afgelopen jaren als gevolg van de afkeer en moeheid van de bevolking. Meloni is door de Duitse krant Stern omschreven als "de gevaarlijkste vrouw van Europa", vanwege haar neofascistische ideeën waarmee zij altijd verbonden is geweest, als bewonderaar van de fascistische dictator Benito Mussolini, die het Italiaanse volk 21 jaar lang onder zijn juk hield, in een onderdrukkend, gewelddadig en racistisch regime.
De partij van Meloni, Fratelli d'Italia, heeft de meeste parlementsleden die zijn gearresteerd wegens banden met de georganiseerde misdaad, de Calabrische maffia. De partijen waarmee ze een coalitie zal vormen -Lega van Matteo Salvini en Forza Italia van Berlusconi- worden gekenmerkt door hun xenofobe profiel. De laatstgenoemde, Berlusconi, is betrokken bij allerlei politieke, gerechtelijke, financiële en seksuele schandalen en wordt ervan beschuldigd tot een satanische sekte te behoren.
Eén van de doelstellingen van Meloni, die deel uitmaakt van het Aspen-instituut van de Rockefellers, is om het fascisme te normaliseren, om het sociaal aanvaard te maken. Een ideologie die vorige eeuw bij maatschappelijke consensus werd gedefinieerd als "het absolute kwaad", asociaal, anti-grondrechten en xenofoob, waar de macht van de Staat boven de rechten van het individu staat en militarisme, nationalisme en imperialisme de belangrijkste ideeën zijn. Bovendien zijn de financieringsbronnen van haar politieke partij dezelfde internationale bedrijven die ze in haar toespraken bekritiseert, waardoor ze zo haar aanhangers misleidt die suf geloven dat Meloni verandering zal brengen in Italië, terwijl het tegendeel waar is.
